ALGEMENE GESCHIEDENIS 4. De Middeleeuwen (III, 13)
5. De Mongolen
De Mongolen of Tataren hebben onrechtstreeks hun steentje bijgedragen tot de ondergang van het Byzantijnse rijk. Twee mongolenrijken hebben gebloeid:
De vijandschap tussen Mongolen en Moslims verleidde de paus tot de idee van een bondgenootschap met de Mongolen tegen de Moslims. In de 13e en 14e eeuw zijn heel wat westerse gezanten voor de paus naar Mongolië en China getrokken om diplomatieke relaties aan te knopen. Willem van Rubroek, een Vlaamse monnik uit Ruusbroeck in Frans-Vlaanderen , was één van hen, in 1253. Na hem zal ook Marco Polo, in 1275, met die opdracht naar het verre Oosten trekken.
Het relaas van Willem van Rubroek over zijn tocht in 1253-55 is in Nederlandse vertaling uitgegeven door de Heemkundige Kring van Tielt in 1984. Het was oorspronkelijk geschreven in het Latijn en werd in 1706 voor het eerst in het Nederlands vertaald en uitgegeven. In 2003 verscheen het reisverhaal van Stanley Stewart: