Pakistan

Het nieuwe jaar is maar pas begonnen en de eerste onweerswolken van vorig jaar drijven al binnen: de kwestie Pakistan. Een land met 140 miljoen inwoners, een nucleair arsenaal en aan de grenzen met Afghanistan een door de taliban gecontroleerd gebied. Voor wie bekommerd is om de situatie in het Midden-Oosten (en wie is dat niet?) is de situatie in Pakistan van het allerhoogst belang. Dat zou Europa wel wat meer kunnen beseffen. Want Pakistan overlaten aan de Bush-administratie is een zware vergissing. Waarom, dat leert je Barnett Rubin. Hij schrijft als Amerikaan voor Amerikaanse lezers, dus het geeft een goed inzicht in het waarom van het totale falen van de Bush-politiek in Pakistan (en het Midden-Oosten)
Een argument om werk te maken van een onafhankelijke politiek t.o.v. Pakistan vind je ook hier!



2008

Elk jaar opnieuw vraagt de internetmagazine Edge aan een aantal wetenschappers wat in het voorbije jaar ertoe bijgedragen heeft dat ze van gedachten zijn veranderd omtrent iets. Een voorbeeldje is de bijdrage van Dyson, een fysicus, die vroeger dacht dat de bombardementen op Hirosjima en Nagasaki misschien hadden bijgedragen tot het beëindigen van de oorlog. Maar hij is nu tot de overtuiging gekomen dat dit niet het geval was.



De neolithische revolutie

Deze naam werd door een historicus bedacht om de overgang van de prehistorische mens van een leven als jager-verzamelaar naar dat van landbouwer aan te duiden. Die overgang had voor de eerste maal plaats zo ongeveer tussen het tiende en achtste millennium voor Christus, in het Midden-Oosten. Een overgang die lang symbool heeft gestaan voor overgang van primitivisme naar beschaving.
In de jaren zeventig van vorige eeuw hebben echter een aantal Amerikaanse antropologen de kat de bel aan gebonden door de zaken om te draaien. Volgens hen was het een overgang van een primitieve, maar fundamenteel gezonde samenleving, want democratisch, participatief en egalitair, naar een



Geschiedenis van Amerika I-7

Dat hoge percentage slachtoffers van ziektes stootte natuurlijk op het scepticisme van anderen. Hoe kan het dat zoveel mensen er aan bezweken als bv. in Europa de pest slechts een derde van de getroffenen doodde en de griep na de eerste wereldoorlog slechts vijf procent van de getroffenen doodde? En waar zijn de archeologische bewijzen voor die grote bevolkingsdichtheid?
Of waren de indianen dan misschien extremer vatbaar voor die ziekten?
Er zijn inderdaad enige wetenschappelijke aanwijzingen dat inheemse Amerikanen door genetische oorzaken vatbaarder zijn voor microben en virussen van buitenaf dan Europeanen.
Er zijn twee typen vatbaarheid: het eerste is het ontbreken van verworven immuniteit, dwz immuniteit die voortkomt uit eerder contact met de ziekteverwekker. Zo waren in die tijd de meeste Europeanen als kind in contact geweest met pokken en zij, die er niet van doodgingen, waren immuun. In Amerika bestonden pokken en een hoop andere Europese ziekten niet en was elke indiaan er dus vatbaar voor.
Maar er is een twee type immuniteit, als gevolg van het genetisch bepaalde immuunsysteem dat iemand bezit. Blijkbaar bezitten de indianen een beperktere genen pool dan de Europeanen, en hun genen pool is ook veel homogener dan de onze. Dat zou er kunnen op wijzen dat de groep die indertijd Amerika binnendrong heel klein was. Hoedanook, een beperkte genen pool heeft voordelen (zorgt ervoor dat bepaalde ziektes met een genetische component niet voorkomen) maar ook nadelen: hij verzwakt de mogelijke immuniteit voor andere ziekten. En als die eenmaal toeslaan, is er ook bijna geen middel meer om ze tegen te houden.

Historici denken dat de epidemieën al toesloegen voordat die gemeenschappen direct contact hadden met de Europeanen, maar ook nadat de Europeanen er waren geweest. Bij een epidemie in Europa reageerden de overheden met de radicale methode van de quarantaine. Maar de inheemse Amerikanen deden het tegenovergestelde: familie en vrienden schaarden zich rond het ziekbed, wat de ziekte nog sneller deed verspreiden.
Het gevolg van dit alles is dat met de mensen ook hele levenswijzen in rook zijn opgegaan. Wellicht zullen we nooit weten hoe rampzalig dit voor de Amerikaanse cultuur kan geweest zijn. Maar de verhalen van de ontdekkingsreizigers, aangevuld met de latere archeologische vondsten, lichten in alle geval een tikje van de sluier op.



Baader-Meinhof

Schrijver van dit artikel vraagt zich af hoe het komt dat dertig jaar na de opkomst en het verval van de Rote Armee Fraction, de RAF, met als hoofdfiguren Andreas Baader en Ulricke Meinhof, dit fenomeen van extreemlinkse terreur nog steeds in het geheugen van veel mensen gegrift ligt. En meteen lokaliseert hij die beweging in de geest van die tijd, juist na het studentenprotest van 1968 en voor de opkomst van de Groenen in de BRD. Met natuurlijk de vraag: in hoever zijn de conservatieven in Duitsland er in geslaagd links politiek te isoleren, zwart te maken en te onderdrukken? Een interessant overzicht, zeker voor al wie die jaren bewust heeft meegemaakt.



Rentmeesterschap

Nogal provocerend, die Brendan O’Neill, maar misschien wel terecht: de mens reduceren tot een soort rentmeester voor het bedreigde leefmilieu, hoe belangrijk dat ook is, mag en kan men misschien verwachten van een militant van Greenpeace, maar is wel heel mager als boodschap vanwege een religieus leider. Ook al is men verklaard atheist, zoals de auteur beweert te zijn, van die laatste verwachten we toch iets meer. Tenzij natuurlijk de religie niets te zeggen heeft over de ethische en religieuse problemen van de moderne mens, wat toch weinig waarschijnlijk lijkt. Misschien hebben de nieuwe atheisten (die hij hier op één hoop gooit met de milieufreaks) zich te veel toegespitst op de God, van wie zij beweren dat hij niet bestaat, en te weinig op de Mens en zijn bestemming in de wereld van vandaag. Blijkbaar zijn we toch met zijn allen hard aan het zoeken naar nieuwe grote verhalen, nu de oude het hebben laten afweten…



Geschiedenis van Amerika I-7

De voorstanders van de hoge getallen beweren dat maar liefst 95% van de oorspronkelijke bevolking van Amerika voornamelijk door ziekten zou zijn uitgeroeid. Ze steunen o.m. op het verhaal van Hernando De Soto en zijn verkenning van Noord Amerika.

Hernando De Soto was een zakenman en veroveraar, rijk geworden door de slavenhandel en de verovering van de Inca



Walter De Bock: citaat

“”De vrijheid is nooit duurzaam verworven, en een democratie kan niet zonder integere journalisten die elke schatplichtigheid durven afwijzen en die vanuit een democratische bewogenheid altijd kritisch blijven. Ik ben bang dat men dit de jongste jaren wat is vergeten. In de overvloed van informatie worden feiten vaak onvoldoende gesitueerd en raakt elke hiërarchie in de feiten zoek. Trivia halen het van gebeurtenissen met verstrekkende betekenis. Verbanden die de machthebbers niet zinnen, worden als complottheorieën belachelijk gemaakt. Alsof er in de positieve en in de menswetenschappen enige kennis en inzicht zou bestaan zonder verbanden. Wie in naam van de complexiteit en de rol van het toeval weigert verbanden te leggen, geef eigenlijk elke kennisambitie op. Waarmee ik niet gezegd heb dat journalisten niet uiterst zorgvuldig moeten tewerk gaan, noch dat er door onderzoeksjournalisten nooit fouten worden gemaakt. Maar uit die fouten besluiten dat journalistiek niet meer mag zijn dan het registreren van gebeurtenissen, is een dramatische vergissing. Ook historici beginnen te vrezen dat de jongeren nu opgroeien in



Buffon

Wie mijn bijdragen over prehistorie aandachtig heeft gelezen, heeft ongetwijfeld deze naam ontmoet: Georges-Louis Leclerc, comte de Buffon. Deze man, die leefde in de achttiende eeuw, eeuw van de verlichting, was een tijdgenoot van de meer bekende Linnaeus, en voorloper van Darwin. Nochtans verdient hij meer bekendheid, niet enkel wegens zijn literaire kwaliteiten (die zeer hoog worden ingeschat) maar vooral wegens zijn indrukwekkend oeuvre. Dat beslaat alle terreinen van de toenmalige wetenschap en getuigt van een heel creatieve geest die soms heel modern aandoet. Bij de bespreking van twee boeken over hem wordt ook de website vermeld waar je de volledige tekst van zijn belangrijkste boek, L’histoire naturelle, kunt terugvinden.



Geschiedenis van Amerika I-6

2. Hoe veel indianen leefden er in Amerika toen Columbus daar voet aan wal zette?

De vraag hoeveel mensen er in Amerika leefden voor hun contact met de Europeanen, heeft sinds oudsher veel historici bezig gehouden. Een eerste zorgvuldige schatting zou er echter pas komen in de jaren twintig van vorige eeuw. Geografen en antropologen berekenden dan dat er in 1491 hooguit een miljoen indianen in Noord Amerika leefden. Volgens hen leefden er in heel het westelijk halfrond in dat jaar welgeteld 8,4 miljoen mensen.
In de jaren vijftig en zestig van vorige eeuw verschenen andere cijfers: op basis van koloniale documenten op het gebied van financiën, volkstellingen en landbezit kwamen sommigen tot het besluit dat alleen al in het hoogland van Midden-Mexico 25,2 miljoen mensen zouden hebben gewoond. Spanje en Portugal hadden op dat moment nauwelijks tien miljoen inwoners! Volgens een ander wetenschapper, die in diezelfde tijd zijn onderzoek publiceerde, zouden er in 1491 in heel Amerika tussen de 90 en 112 miljoen mensen hebben gewoond, meer dus dan in heel Europa.

Het is duidelijk dat dat cijfergedoe geen academische kwestie is. Er staat volgens de voor- en tegenstanders van de hoge getallen veel op het spel.
De tegenstanders van die hoge cijfers beschouwen ze als ingegeven door politieke motieven: zelfkastijding van zich schuldig voelende linkse blanken of zelfs een poging om de prijs die het imperialisme in Amerika heeft gehad op te drijven. Inderdaad, hoe minder mensen er leefden, des te meer leek het aanvaardbaar dat werelddeel als



I.M. Frank Swaelen

Verleden zaterdag is op 77-jarige leeftijd de heer Frank Swaelen overleden. Swaelen was in het begin van de jaren tachtig van vorige eeuw voorzitter van de christendemocratische partij. En als zodanig rechtstreeks betrokken bij de besluitvorming rond de plaatsing van kernraketten in ons land, eind jaren zeventig, begin jaren tachtig.

Voor de jongeren onder de lezers: de koude oorlog, de machtsstrijd tussen de twee grootmachten, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, is dank zij o.m. de Amerikaanse president Ronald Reagan weer opgelaaid. En Europa dreigt klem te komen zitten tussen die twee. In december



De maagdelijke geboorte

Rond Kerstmis preken naar het schijnt zelfs de protestantse dominees over Maria als de moeder van Jezus en over het onbegrijpelijke geloofspunt van de maagdelijke geboorte. Onbegrijpelijk zoals zoveel in de wereld zelfs vandaag nog ons verstand te boven gaat.
In dit artikel wordt dit eens te meer benadrukt. Inderdaad, zonder ‘geloof’ kunnen we niet leven, want veel van wat we denken te weten, geloven we eerder en kunnen we onmogelijk verifiëren.
Maar het lijkt me niet juist onze onmogelijkheid om de maagdelijke geboorte van Jezus te begrijpen te vergelijken bv. met de onmogelijkheid om het bestaan van quarks te vatten. En dus geen onderscheid te maken tussen verschillende vormen van ‘geloven’.
Quarks zijn elementaire deeltjes, subatomaire deeltjes, waaruit de materie is opgebouwd. Wij als gewone stervelingen moeten wel geloven dat die bestaan, omdat we niet beschikken over de wetenschappelijke instrumenten om ze te achterhalen. Maar de wetenschappers hebben wel hun bestaan achterhaald en bewezen. Je kan natuurlijk vooringenomen zijn tegenover de wetenschap en het bestaan van quarks ontkennen omdat je niet gelooft in het werk van de wetenschappers. Maar dat is een gratuite houding, die je niet kan verantwoorden tenzij vanuit die vooringenomenheid.
Met het geloof in de maagdelijke geboorte is iets anders aan de hand. Dit gegeven is geen wetenschappelijk gegeven, maar een geloofspunt dat vorm kreeg in een voorwetenschappelijke tijd. En dat volgens mij dan ook een andere achtergrond heeft: het gaat terug op een denken dat heel sterk gebonden was aan ‘verhalen’, mythen die een diepe waarheid moesten meedelen. Die waarheid is hier dat de persoon van Jezus voor zijn volgelingen zo’n onschatbare, eeuwige waarde en gezag had (hij werd vereerd als de mensgeworden God) dat hij niet zoals andere mensen ‘uit vlees en bloed’ kon zijn geboren. In die waarde en dat gezag moest je geloven, niet in de mythe.
Voor de moderne tijd (ik zou durven zeggen: voor Descartes) was dat geen probleem: de inhoud en de vorm, waarheid en mythe, vloeiden ongemerkt in elkaar over en hoorden samen. De modern denkende mens heeft die in zijn denken uit elkaar gehaald, volgens mij terecht.
Maar de nood aan mythen en de wil om te geloven in mythen leeft hardnekkig voort in veel mensen, dat is duidelijk. Velen zullen dus wel blijven teruggrijpen naar die oude beproefde mythen, en ze op een moderne manier blijven verabsoluteren en verdedigen.