Geschiedenis van Amerika

Als je soms zoudt twijfelen aan het nut van de kennis van geschiedenis, laat je dan overtuigen door de auteur van dit artikel: hij wijt de blindheid van de meeste Amerikanen voor wat er met hun land aan de hand is aan het feit dat de kennis van het verleden ervan zo goed als onbestaande is. Hij schetst wel een heel somber beeld van de politiek van de Verenigde Staten, helaas wellicht niet helemaal zonder reden.



ALGEMENE GESCHIEDENIS 4. De Middeleeuwen (IV, 3)

1. De late middeleeuwen: crisis van de christenheid.

De christenheid heeft vaste vorm gekregen. De typisch middeleeuwse expansie is voorbij. Wanneer een nieuwe expansie van het christendom einde 15e eeuw weer op gang komt is het karakter ervan ingrijpend gewijzigd. De invallen van vreemde volkeren zijn met die van de Mongolen in de 13e eeuw in Polen en Hongarije voorgoed afgelopen.

Rond 1300 vertonen zich de eerste crisisverschijnselen: hongersnood (in 1315-1317: de grootste ooit in het Westen); afname van de bevolking; vermindering van de landbouwactiviteit en dus ook van de inkomsten; groeiende onverdraagzaamheid, inquisitie, heksenvervolging; volksoproer in de steden; groeiende invloed van de geldeconomie: de Italiaanse bankiers, eerste grote gelddevaluaties in het Frankrijk van Philips de Schone.
In de 14e eeuw zal na 1348 de tweede grote pestepidemie (na die van de 6e eeuw) de reeds door hongersnoden geteisterde en verzwakte bevolking decimeren, en de crisis tot een catastrofe doen uitgroeien.
De feodale klasse greep in deze crisistijd naar het middel bij uitstek om haar positie te vrijwaren: de oorlog. Hét voorbeeld: de honderdjarige oorlog, door de Franse en Engelse adel gezien als oplossing voor hun problemen. Maar door de crisis wordt ook de centralisatie van de staat bevorderd en kent de nieuwe klasse van de burgerij een stijging van het levenspeil. Dit is een voorbereiding op een nieuwe tijd, die wij Renaissance noemen.



Verkiezingen in Italië

Maken de Europeanen zich zorgen over het Italië van Berlusconi? Helaas niet, zegt de auteur van dit artikel. En hij heeft, ook weer helaas, groot gelijk. Zondag zijn er verkiezingen in Italië. De manier waarop Berlusconi die probeert te winnen, is ronduit schandalig, weerzinwekkend. Een schande voor elke Europeaan, die zichzelf respecteert. Je kan het artikel ook in het Engels lezen.



ALGEMENE GESCHIEDENIS 4. De Middeleeuwen (IV, 2)

In Duitsland en Italië (het heilige Roomse Rijk): met de dood van Frederik II en de ondergang kort daarna van de dynastie der Hohenstaufen, en dank zij Karel van Anjou, broer van Lodewijk IX van Frankrijk, die van de paus Sicilië had gekregen, verdwijnt in feite de ambitie voor één Heilig Roomse Rijk. Van 1254 tot 1272 is er geen keizer. Met Rudolf I van Habsburg (1273-1291), de eerste keizer na het interregnum (de onderbreking) komt de dynastie van de Habsburgers op de voorgrond. De Habsburgers, die in Oostenrijk zullen regeren tot in 1918, hebben in feite de idee van één Rijk opgegeven en al hun ambities geconcentreerd op het oosten van Duitsland, Oostenrijk, en later op Karinthië en Bohemen (met Praag). Alle aandacht gaat voortaan naar het vergroten van het familiebezit (de



ALGEMENE GESCHIEDENIS 4. De Middeleeuwen (IV, 1)

De late Middeleeuwen (14e en 15e eeuw)

Inleiding: Europa in het jaar 1300, stand van zaken

In Frankrijk is Philips IV, de Schone, koning: op meedogenloze wijze legt hij kerk, adel en steden zijn macht op. Een sterk gecentraliseerd bestuur, dat echter veel geld kost. Vandaar het probleem waar Philips mee worstelde: hoe aan geld geraken? Vooral met dat doel voor ogen vormde hij een centraal vertegenwoordigend lichaam, de Staten-Generaal (les Etats-Généraux). Dit was een grotere groep adviseurs, die bestond uit vertegenwoordigers van de drie



Revolutie of oproer in Frankrijk

Was het Plato niet, die verklaarde dat filosofen de leiding van de staat op zich zouden moeten nemen? Je kan je afvragen of we er dan beter aan toe zouden zijn. Het zijn ook maar mensen, met opvattingen en inzichten die wel eens kunnen botsen. Neem bijvoorbeeld het ‘geval‘ Alain Finkielkraut: in een interview met een Israëlische krant sprak hij over de ‘ethisch-religieuze’ dimensie van de onlusten die in de voorsteden van Parijs hebben plaats gevonden. Dat veroorzaakte in Frankrijk een fikse rel, waarbij Finkielkraut voor racist werd uitgescholden.
In een gesprek met één van de bekendste ‘nouveaux philosophes’ Pascal Bruckner probeert die voor een niet-Fransman uit te leggen op welke manier politieke en sociale discussies in Frankrijk worden gevoerd en beïnvloed door bepaalde ontwikkelingen in onze moderne tijd. Op de achtergrond niet enkel de rellen maar ook het Franse referendum over Europa, dat een verwerping van de nieuwe grondwet inhield.



ALGEMENE GESCHIEDENIS 4. De Middeleeuwen (III, 13)

5. De Mongolen

De Mongolen of Tataren hebben onrechtstreeks hun steentje bijgedragen tot de ondergang van het Byzantijnse rijk. Twee mongolenrijken hebben gebloeid:

  • in de 13e eeuw dat van Dzjengis-Khan, dat zich uitstrekte van Noord-China tot aan de Zwarte Zee, maar onbestuurbaar bleek. Onder de zonen van Djengiz-Khan kwam de Mongoolse bedreiging tot Polen en Hongarije, waar de Mongolen de ridderlegers versloegen (in 1241), maar zich gelukkig terugtrokken omwille van de dood van de Groot-Khan in Mongolië. Dat is de redding geweest van Europa. Ze veroverden daarna nog Perzië en Syrië, maar moesten het onderspit delven tegen de Egyptische Mamelukken, huursoldaten-slaven uit het gebied van de Zwarte Zee die in Egypte een militair bewind hadden gevestigd.
    De vijandschap tussen Mongolen en Moslims verleidde de paus tot de idee van een bondgenootschap met de Mongolen tegen de Moslims. In de 13e en 14e eeuw zijn heel wat westerse gezanten voor de paus naar Mongolië en China getrokken om diplomatieke relaties aan te knopen. Willem van Rubroek, een Vlaamse monnik uit Ruusbroeck in Frans-Vlaanderen , was één van hen, in 1253. Na hem zal ook Marco Polo, in 1275, met die opdracht naar het verre Oosten trekken.
    Het relaas van Willem van Rubroek over zijn tocht in 1253-55 is in Nederlandse vertaling uitgegeven door de Heemkundige Kring van Tielt in 1984. Het was oorspronkelijk geschreven in het Latijn en werd in 1706 voor het eerst in het Nederlands vertaald en uitgegeven. In 2003 verscheen het reisverhaal van Stanley Stewart:



  • Democratie als ‘westers’

    In de discussies over de ontwikkeling van ‘democratie’ in niet-westerse landen (denk maar aan Irak!) lijkt de idee aan de grondslag te liggen dat democratie een uitvinding is van het ‘Westen’, die ze geërfd heeft van de Grieken uit de vijfde eeuw voor Christus. En wordt het invoeren van die democratie in niet-Westerse landen bemoeilijkt door het verschil in cultuur. Volgens Amartya Sen is dat een volkomen foute opvatting. In heel wat culturen, ook in de niet-Westerse wereld, is democratische besluitvorming ingebakken.



    Kyoto en klimaatverandering

    De sombere voorspellingen voor de toekomst van ons leefmilieu roepen bij sommigen akelige herinneringen op. Wij zijn bezig, aldus een labourafgevaardigde, zoals destijds de nazis: die konden ook slechts overleven door bij hun buren alles weg te slepen en het gevolg was: genocide (die theorie heeft hij gehaald uit één van de laatste boeken over het Nationaal-Socialisme, die het succes ervan bij de gewone Duitsers daardoor verklaart) . Ook wij in Groot-Brittannië zijn bezig, aldus de man, elders propere lucht te kopen, omdat we onze verspillende manier van leven niet willen veranderen.
    De auteur van dit artikel reageert daartegen (en terecht denk ik): gemoraliseer zal de situatie niet doen keren, we moeten beroep doen op de inventiviteit en creativiteit van de mensen. Ethiek is inderdaad , helaas, niet het geschikte middel om politiek te beïnvloeden, dat heb ik ook ten overvloede mogen ondervinden. En met de economie is de ethiek wellicht nog minder goede maatjes. Dus maar op zoek naar constructieve voorstellen om een ecologische ramp af te wenden. Goede moed!



    ALGEMENE GESCHIEDENIS 4. De Middeleeuwen (III, 12)

    4. Byzantium van 1000 tot 1453

    Vorige keer hebben we Byzantium verlaten na de tweede gouden eeuw: de 10e en eerste helft van de 11e eeuw. De tijd van de Macedonische keizers, met hun overwinningen op de Bulgaren en de Russen. In de 11e eeuw echter ondergraaft het feodaliseringsproces de fiscale en militaire grondslagen van het rijk. De keizers kunnen niet op tegen de macht van de grootgrondbezitters.

    In 1054 komt de definitieve breuk met de kerk van Rome. De oostelijke kerk, de orthodoxie, gaat haar eigen weg. Latere pogingen tot hereniging, o.m. om het gevaar van de opdringende Turken te weren, mislukken, deels wegens de kruistochten van de



    Frankrijk, de zieke man van Europa?

    Is Frankrijk de zieke man van Europa? Een opsomming van de problemen die Frankrijk de laatste jaren heeft gekend lijken deze diagnose te bevestigen. Volgens Ramonet echter toont het verzet van de studenten tegen het CPE (Contrat Première Embauche) dat dit juist niet het geval is!



    ALGEMENE GESCHIEDENIS 4. De Middeleeuwen (III, 11)

    De kruisvaarders buiten Constantinopel houden lukte echter al niet meer bij de vierde kruistocht in 1204. Deze tocht en de volgende zullen vooral (af)geleid worden naar Byzantium of Constantinopel: het ging nu meer om de schismatieke Grieken dan om de islamitische heidenen. Maar de fut was er duidelijk uit. De interne spanningen in Europa tussen de paus en de Duitse keizers, de strijd in Zuid-Frankrijk tegen de Albigenzen en de successen van de Reconquista in Spanje leidden de aandacht af.

    Deze vierde kruistocht begint met de herovering, op vraag van Venetië, van Zara, een christelijke stad op de Adriatische kust, die in handen gevallen was van de Hongaarse koning en waar Venetië vroeger baas had gespeeld. Dank zij die verovering konden de kruisvaarders vooraf de boten betalen, die hen naar de Levant moesten brengen. De bestemming was Egypte, maar om Venetië, dat een andere keizer op de troon in Constantinopel wilde zien zitten, te plezieren week men af naar de stad Constantinopel. De stad werd belegerd en ingenomen. En het Latijnse Koninkrijk wordt er gesticht. Van 1204 tot 1261 bleven de Latijnen er baas, met Boudewijn I van Vlaanderen als eerste koning. Venetië versterkt zijn handelsmonopolie in het Oosten (Griekenland en Klein-Azië). In 1261 wordt de stad vanuit Nicea door de Byzantijnen heroverd, met de hulp van Genua, dat daardoor de tweede handelsmogendheid in het Oosten wordt en de invloed van Venetië enigszins weet in te perken.

    In 1212 is er de zogenaamde Kinderkruistocht, in feite een tocht van jonge Franse en Duitse boeren, die niet verder is geraakt dan Marseille, waar ze zouden inschepen naar het Heilig Land.

    Tijdens de vijfde kruistocht (1228-29), onder leiding van Frederik II, een uiterst bekwaam en cultureel zeer hoogstaand monarch (zie vroeger), die echter constant met de paus overhoop lag, wordt Jeruzalem door onderhandelingen opnieuw veroverd. In 1244 echter gaat het opnieuw, en nu voorgoed, verloren aan de